Info + Oefenen
 
(Advertentie)
(Advertentie)

Hakwoord


Ik schrijf het woord zoals ik het hoor.

 

Voorbeeld: 

bos

stap

pomp

plaats

struik

helpt

plenst

Zingwoord

 

Net als bij ding-dong.

 

Voorbeeld:

angel

voorrang

koning

lengte

gemengd

Engeland

Klik hier voor een uitgebreide uitleg over het zingwoord.

(Advertentie)

Luchtwoord


Korte klank + cht met de ch van lucht.
Behalve bij: hij ligt, hij legt, hij zegt.

 

Voorbeeld:

gekocht

ochtend

dochter

achteruit

tachtig

zuchten

Klik hier voor een uitgebreide uitleg over het luchtwoord.

Plankwoord

 

Daar mag geen g tussen.

 

Voorbeeld:

anker

bank

donker

stink

winkel

Klik hier voor een uitgebreide uitleg over het plankwoord.

(Advertentie)

Eer-oor-eur woord

 

Eer-woord: ik schrijf ee.

Oor-woord: ik schrijf oo.

Eur-woord: ik schrijf eu.

 

Voorbeeld:

onweer

beer

door

noord

beurt

kleur

 

Eel-woord: ik schrijf ee.

Voorbeeld:

beeld, veel.

Klik hier voor een uitgebreide uitleg over het eer-oor-eur woord.

Aai-ooi-oei woord


Ik hoor de /j/ maar ik schrijf de i.

 

Voorbeeld:

draai

haai

hooi

nooit

knoei

lawaai

Klik hier voor een uitgebreide uitleg over het aai-ooi-oei woord.

(Advertentie)

Eeuw-ieuw woord

 

Ik denk aan de u.

 

Voorbeeld:

eeuw

leeuw

meeuw

nieuw


Klik hier voor een uitgebreide uitleg over het eeuw-ieuw woord.

Langermaakwoord


Ik hoor een /t/ aan het eind, dus langer maken. Ik hoor of ik het woord met een d of t moet schrijven.

 

Voorbeeld:

tijd - tijden

cent - centen

Klik hier voor een uitgebreide uitleg over het langermaakwoord.

Voorvoegsel


Ik hoor de /u/ maar ik schrijf de e.

 

Voorbeeld:                     

bezoek.                          

verander.                         

gerecht.                          

 

Net als voorvoegsel: menu, recept, terug, skelet, precies.


Klik hier voor een uitgebreide uitleg over het voorvoegsel.

Klankgroepenwoord

 

Ik volg het stappenplan op de klankgroepenkaart.

 

Voorbeeld:

Korte klank: bakker, ballon

Lange klank: jager, kleding

Tweetekenklank: auto, zuivel

Medeklinker: afval, einde

 

Klik hier voor een uitgebreide uitleg over het klankgroepenwoord.

Op deze regelkaart staan alle regels die je leert bij STAAL spelling.

Verkleinwoord.
Grondwoord is ... Dat is een ... Dan -je,
-tje of -pje erachter.
Je hoort de /u/, maar je schrijft de e.

Klik hier voor een uitgebreide uitleg over het v

Achtervoegsel.
-ig, ik hoor /ug/, maar ik schrijf ig.
-lijk, ik hoor /luk/, maar ik schrijf lijk.

Klik hier voor een uitgebreide uitleg over het achtervoegsel.

Kilowoord.
Ik hoor de /ie/, maar ik schrijf de i.

Klik hier voor een uitgebreide uitleg over het kilowoord.

Komma 's woord.
Eerst de komma, dan de s.

Klik hier voor een uitgebreide uitleg over het komma 's woord.

Centwoord.
Ik hoor /s/, maar ik schrijf de c.

Klik hier voor een uitgebreide uitleg over het centwoord.

Meervoud komma 's woord.
Meervoud en lange klank aan het eind: komma-s ('s), behalve bij ee.

Klik hier voor een uitgebreide uitleg over het meervoud komma 's woord.

Politiewoord.
Ik hoor /tsie/, maar ik schrijf tie.

Klik hier voor een uitgebreide uitleg over het politiewoord.

Colawoord.
Ik hoor de /k/, maar ik schrijf de c.

Klik hier voor een uitgebreide uitleg over het colawoord.

Tropischwoord.
Ik hoor /ies/, maar ik schrijf isch.

Klik hier voor een uitgebreide uitleg over het tropischwoord.

Taxiwoord.
Ik hoor de /ks/, maar ik schrijf de x.

Chefwoord.
Ik hoor /sj/ maar ik schrijf ch.

Klik hier voor een uitgebreide uitleg over het chefwoord.

Theewoord.
Ik hoor de /t/, maar ik schrijf th.

Klik hier voor een uitgebreide uitleg over het theewoord.

Caféwoord.
Met een streepje op de é.

Klik hier voor een uitgebreide uitleg over het caféwoord.

(Advertentie)
(Advertentie)

Klik hier voor de ei-rap.

Klik hier voor de au-rap.

Cadeauwoord.
Ik hoor /oo/, maar ik schrijf eau.
Voorbeelden: cadeau, bureau en niveau.

Klik hier voor een uitgebreide uitleg over het cadeauwoord.

Routewoord.
Ik hoor /oe/, maar ik schrijf ou.

Garagewoord.
Deze woorden met -ge zijn Franse leenwoorden.
Voorbeelden: garage, horloge, etalage en spionage.

Klik hier voor een uitgebreide uitleg over het garagewoord.

Lollywoord.
Dit zijn woorden met de Griekse y, waarbij je de ie, i of j hoort.

Klik hier voor een uitgebreide uitleg over het lollywoord.

Tremawoord.
De trema is bedoeld om aan te geven hoe het woord moet worden geschreven.
Voorbeelden: België, Brazilië, Servië, Australië, Italië, officiële, reünie, ruïne.

Klik hier voor extra uitleg.

Militairwoord.
Militair met air.

Er zijn geen regels die bepalen of het woord met air moet worden geschreven.
Voorbeelden: militair, populair, miljonair, spectaculair.

Koppelteken.

Klik hier voor een uitgebreide uitleg over het koppelteken.

Koppelteken.

Klik hier voor een uitgebreide uitleg over het koppelteken.

Trottoirwoord.
Deze woorden met oir zijn Franse leenwoorden.
Voorbeelden: trottoir, dressoir, reservoir.

Tussen-e.
Bij samenstellingen.

Klik hier voor extra uitleg.

Trema meervoud.
Bij woorden met ee, schrijf ik ën erachter.
Bij woorden met ie, schrijf ik ën erachter, behalve bij:
bacteriën, koloniën, oliën, poriën, financiën.

Klik

Latijnsvoorvoegsel.
Er zijn geen regels voor het schrijven van deze voorvoegsels.
Voorbeelden: advertentie, abnormaal, objectief, subgroep.